Zijn dit mijn kinderen?

18 september 2022 door Nicole Loeffen

De maat is vol! Mijn humeur is deze zondagmiddag gitzwart. Ik had zin om vandaag te schrijven over de inspirerende ontmoeting met twee ondernemers vorige week, maar mijn hoofd staat er niet naar. Dus besluit ik na een potje janken - wat lucht dat toch op - te schrijven over mijn gevoel van onmacht als ouder.

‘Ik gids mijn kinderen naar zelfstandige, gelukkige en succesvolle volwassenen’. Dit voornemen helpt me kiezen wat ik wel of juist niet doe. En wat is dat laatste lastig met twee volwassen twintigers die noodgedwongen allebei nog thuis wonen! Ik zie meer van ze dan me lief is en dat stelt onze relatie enorm op de proef. 

Mijn huis is voorlopig ook nog hun thuis, waar ik leef met mijn lief Goran, werk in mijn bedrijf, vrienden en familie ontvang en wil dat we ons er alle vier prettig voelen. Ik houd onvoorwaardelijk van ze, maar ben even helemaal klaar met hun gedrag en de bende die ze maken. 

‘Waar is mijn favoriete zwarte shirt?’ vraag ik me net wat te hysterisch af terwijl ik zondagochtend de was verzamel. Dochterlief zat er vorige week doodleuk in te ontbijten, dus ik gris het van een stapel vlak achter haar kamerdeur, de zooi daar maakt me nog sacherijniger.  
‘Ik heb dat shirt net van je kamer gepakt en ben niet blij van wat ik zag,’ zeg ik als ze onder de douche uitkomt. ‘Jij zou je kamer reorganiseren vorige maand, weet je nog?’ Ze belooft me dat het vandaag af is. Een uur later zie ik haar tussen de puinhopen op bed zitten en met haar telefoon in de hand één minuscuul kledingstukje in slow motion opvouwen. Ze doet in ieder geval iets, hou ik mezelf voor. Werk in uitvoering. Het is haar kamer en haar leven.

‘Mam, mijn TV doet het nog steeds niet’ roept mijn zoon als hij een uur later langs mijn werkkamer loopt. Hij kwam vanmorgen rond zes uur thuis, had gisteravond geen zin om naar de verjaardag van opa te komen en gaat zo weer weg. Zijn werk in de bouw is zwaar, hij is veel bij vrienden of ligt in zijn bed. Ik gun hem zijn eigen leven, weekend en zijn rust, dus beloof er zo ook even naar te kijken. Maar door de bergen post, bonnetjes, half aangebroken zakken chips en kleding op zijn kamer kan ik nergens bij. Ik trek die chaos niet en vlucht er snel weer weg.
Op de overloop schiet ik uit mijn slof, vertel hem dat het niet kan zoals hij zich gedraagt. Even later hoor ik de voordeur dichtslaan. Ik weet niet wat ik erger vind, de bende die hij zo laat, de zorgen die we ons om hem maken of het verdriet dat ons contact zo moeizaam verloopt. Het liefste zou ik hem een knuffel geven en hem helpen zijn papieren en leven op orde te krijgen. Maar dat wil hij niet en werkt niet. Hij is volwassen, het is zijn leven en hij wil het zelf doen, op zijn manier en moment. 

En dus zit ik nu te janken van onmacht en verdriet. ‘Zijn dit mijn kinderen?’ vraag ik me af. Hun gedrag en de keuzes die ze maken staan zo ver van mij af. Gaan ze een eigen plek vinden in deze wereld? Hoe komen ze in deze woningmarkt aan een eigen huisje waar ze het zelf moeten opknappen en kunnen kiezen wanneer ze bij hun ouders komen aanwaaien. Worden ze überhaupt wel gelukkig?

Een kwartiertje later hoor ik de voordeur weer, mijn zoon is terug, brengt me een kop thee boven en vertrekt weer na een vluchtige zoen op mijn wang. ‘Ja, het zijn mijn kinderen,’ zegt mijn moederhart volmondig en snoert de coach, regelaar een controlefreak in mij de mond. En diep vanbinnen voel ik het vertrouwen dat het goedkomt, de vraag is wanneer en hoe maar het komt goed! Zij willen het zelf doen en ik geloof in ze. 

Ik ga naar beneden, waar een fotootje staat van de twee kleine onschuldige schatjes die mijn zorg nog zo hard nodig hadden toen en schenk een drankje in om te proosten met mijn lief. ‘Op onze gezonde kinderen die met beetje mazzel ergens het komende jaar een eigen huisje en een eigen leven gaan vinden.’

Terug naar het blog overzicht

Deze website gebruikt cookies. Klik op de onderstaande button om hiermee akkoord te gaan.